Skip to main content
0
Algemeen

Steun en sturing en inspiratie

Wat betekenen deze drie woorden, steun en sturing en inspiratie? Laten we eens bij sturing beginnen. Op sturing van leerinhouden in het onderwijs ligt tegenwoordig de meeste nadruk. Sturing op leerlijnen en op doelen. Sturing zodat een kind weet wat het kan gaan doen, wat het kan leren en hoe hij het kan gaan leren. Ik tik hier bewust het werkwoord kan. Al lijkt het soms meer op een moeten. Dat wat het kind moet leren

Sturing geeft duidelijkheid. En veiligheid. Sturing geven we ook op het gebied van gedrag door onze gedragsverwachtingen uit te spreken, wellevendheidslesjes te geven. Zo ontstaat de cohesiemaatschappij.

Daarnaast bieden we steun. Steun door er onvoorwaardelijk voor een kind te zijn. Je geeft het kind de ruimte zijn ontdekkingen te doen, te vallen en weer op te staan. Als het niet zelf lukt, ben jij er natuurlijk voor hem. Je helpt het kind op weg zodat het weer zelf verder kan. Je laat merken dat je het fijn vindt dat het kind er is, dat je het ziet. Help mij het zelf te doen. Leer mij het zelf te doen. Laat mij het zelf doen. Je steunt in het proces van zelfstandigheid naar verantwoordelijkheid.

Inspiratie blijkt er het meest toe te doen. Dat jij dus inspireert. Hoe makkelijk kan het zijn. Dat jij het leuk hebt op je werk, geniet van de lesjes die je geeft en de kinderen om je heen. En is dit nou niet juist datgene waarom jij het onderwijs in bent gegaan? Inspiratie betekent dat als kinderen jou zien genieten dat zij zich dan beter ontwikkelen.
Doe de dingen dus met je hart, met volledige betrokkenheid. Hoe mooi en vol kan je dag dan zijn.