Skip to main content
0
Algemeen

De hypotenusa

Sandeep en Annelie stappen klokslag half negen de deur door. Vorig jaar zaten ze nog bij ons in de klas, nu zijn het al echte bovenbouwers. Goedemorgen meester Daan, ze schudden me de hand. Twee warme handjes, ze knijpen een beetje. Goedemorgen allebei, zeg ik, zijn jullie er klaar voor?

Ze knikken enthousiast en zetten een tafel klaar waarover ze hun rode linten netjes naast elkaar leggen. Ik hoor het gespannen schuiven van de stoelen van mijn middenbouwers. Wat gaat er gebeuren vandaag? Ik hoor hier en daar het tikken van knieën tegen de lades. Een les van bovenbouwers, hoe leuk kan het zijn. De laatste plantjes worden in de vensterbank gezet, de stoelen gedraaid.

Ik hoef niets te zeggen. Goedemorgen middenbouw, zegt Sandeep, de komende weken gaan Annelie en ik met jullie figuren maken. Klopt, zegt Annelie, wij zijn in onze klas bezig met het oude Egypte. In Egypte waren ze vijfduizend jaar geleden al heel ver met meten, zegt Sandeep. Dat kan je zien aan de piramides die zelfs nu nog recht overeind staan.
Kennen jullie de piramides?, vraagt Annelie. Vingers gaan omhoog, anderen roepen lukraak door elkaar. Het rumoer sterft snel weg als Sandeep een lint pakt en hem met wijdopen armen voor zijn borst houdt. Kijk, zegt Annelie, ze gaat met haar vinger van begin naar eind van het lint, dit is een meter. Die kennen jullie wel. De klas knikt. We beginnen met een lijn van drie meter. Wie wil?
Kiezen uit al die vingers die als pijlen de lucht in schieten, valt Annelie zwaar. Ze wil duidelijk niemand teleurstellen. Samen met Sandeep kiest ze drie middenbouwers. Het strak houden van een lint voor de borst is nog een hele opgave.

Dan draaien we nu één van de meters een halve slag, zegt Sandeep. Hij helpt een beetje. Dit noemen we een rechte hoek. De middenbouwers van de hoek glimmen. Dit lint staat precies loodrecht op het andere lint. De rechte hoek zie je echt overal, kijk eens om je heen. Voel maar aan de hoeken van je tafel bijvoorbeeld. Ook dat hoeft natuurlijk geen twee keer gezegd te worden. De kinderen draaien zich om hun stoelleuningen en glijden met de handen over de randen van hun tafel. Ik zie veel beweging en ik zie veel gerichte aandacht. Het is bittere ernst.

Kunnen we nu?, vraagt Sandeep aan de groep, dit laatste kind doordraaien om een driehoek te maken? De kinderen draaien terug in hun stoelen. Let op, zegt Annelie, die twee van de rechte hoek mogen geen stap verzetten. De klas kraakt van het denken. Ik zie dat Wolf zich nog net kan beheersen om op te staan. Hij wil het doen. Gewoon duwen om te kijken of het past.

Vingers gaan weer omhoog. Abbas?, Annelie lacht hem toe. Ik denk niet dat het kan, zegt Abbas. Hij staat op en voorzichtig probeert hij de laatste meter te draaien om het figuur te sluiten. Tevergeefs. Zie je, zegt Abbas, het past niet, er blijft een gat. Precies, zegt Sandeep, helemaal goed. Wanneer we een rechthoekige driehoek willen maken is de schuine zijde langer dan de zijden van de rechte hoek.

We noemen die schuine zijde de hypotenusa, zegt Annelie. Het toverwoord is uitgesproken. Het danst door de klas Ik zie lippen op en neer gaan om dit prachtige woord in de mond te voelen. Zachtjes klinkt het door de klas.

De hypotenusa.
Hypotenusa
Hypotenusa